Na 4,5 jaar als coördinator bij Uit De Marge vzw, neemt Stijn vandaag officieel afscheid. We gingen met hem in gesprek, blikten terug op zijn tijd bij Uit De Marge vzw, en kijken alvast mee vooruit naar zijn nieuwe job als directeur bij Formaat en zijn verdere ambities.
“Ik vertrek met een goed gevoel en we sluiten op een positieve manier af en dat stemt me heel gelukkig.”
Je startte 4,5 jaar geleden samen met Ikrame als coördinator. Hoe kwam je bij Uit De Marge vzw terecht en hoe blik je terug op die start?
“Ik ben altijd in het jeugdwerk actief geweest. Vanaf mijn 14de ging ik al als vrijwilliger aan de slag. Later volgde ook mijn professionele carrière: eerst bij Formaat binnen de jeugdhuissector, daarna bij Sporta, en vervolgens kwam ik bij Uit De Marge terecht. Het was een nieuwe uitdaging binnen de sector waar ik van hou.
De vacature van coördinator bij Uit De Marge sprak me meteen aan. Ik kon er mijn opgebouwde expertise binnen het jeugdwerk koppelen aan mijn zakelijke talenten. De grote zorg voor personeelsbeleid die uit de vacature sprak, boeide me enorm. Als HR-manager bij Sporta stond ik altijd voor een warm en mensgericht personeelsbeleid. Als coördinator kon ik met nog meer impact dat soort beleid ontwikkelen.
Ook de missie en visie spraken me sterk aan. Naast een voltijdse job, volgde ik nog halftijds een master in het sociaal werk aan de Universiteit Antwerpen. De aandacht die stedelijkheid en armoede daar kregen, prikkelde iets in mij om me daar professioneel ook meer op te focussen. Om dat bij een organisatie als Uit De Marge te kunnen realiseren, was dan ook een fantastische kans.”
“Mijn eerste weken waren super hectisch. Al na enkele werkdagen was er het Congres van het Jeugdwelzijnswerk. Een kans om alle collega’s te leren kennen, maar ook om meteen een grondig beeld van de sector te krijgen. Er kwam toen heel veel op me af en als ik eerlijk ben voelde het wel een beetje als een examen. De speech die ik toen op het einde van de dag gaf, zal niet de boeken ingaan als mijn beste ooit, de zenuwen gierden door mijn keel. Uiteindelijk gaven de warme reacties van deelnemers op de receptie en van collega’s op het etentje achteraf mij een welkom gevoel. We waren vertrokken.
In die eerste twee maanden moest er ook nog eens een beleidsplan voor de volgende vier jaar in elkaar gebokst worden en fuseerde Uit De Marge met CMGJ (het Centrum voor Maatschappelijke Gelijkheid en Jeugdwelzijn). Het heeft bloed, zweet en tranen gekost om dat allemaal voor elkaar te krijgen, maar het is wonderwel gelukt. Na eens goed uit te blazen na deze start, leek het alsof ik al jaren bij Uit De Marge werkte.”
Hoe kijk je terug op je tijd als coördinator bij Uit De Marge vzw?
“Dat is één groot leerproces geweest. Het was mijn eerste keer als eindverantwoordelijke van een professionele ploeg. De grote verantwoordelijkheid die dat met zich meebrengt was even wennen. Je bent verantwoordelijk voor de jobs van zoveel mensen, ook de omgeving van de medewerkers voelt de impact van hun job en hoe ze zich voelen.
Ook de omvang van de budgetten waarover beslist moet worden, was wennen. Ik herinner me nog dat ik ergens in de eerste maanden gestrest raakte over een bedrag in de begroting dat niet klopte en we moesten aanpassen. Het leek zoveel te zijn, hoe zouden we dat oplossen? Nu zou ik eens kort vloeken en dan beseffen dat het niet zo erg is, dat begrotingen nu eenmaal begrotingen zijn en dat er steeds verschuivingen zullen gebeuren. Die verantwoordelijkheid is de drijfveer geweest om steeds het beste van mezelf te geven.”
Op welke manier heb jij Uit De Marge vzw mee vormgegeven en je stempel gedrukt op de organisatie?
“Het belangrijkste wat ik voor Uit De Marge gedaan heb zijn de dingen die je het minste ziet. Net zoals bij de renovatie van een huis waarbij het verleggen van de waterleiding, de afvoeren en de elektriciteit veel tijd en geld kost, maar eens het in orde is en het achter pleister is weggewerkt, valt het niet echt op. Dat heb ik voor Uit De Marge ook geprobeerd. De zakelijke kant van de organisatie strippen en vervolgens één voor één de zaken grondig vernieuwen. Zo werd de volledige IT-hardware van de organisatie op systematische wijze hernieuwd, werd het telecomverhaal hervormd, werden de verzekeringen heronderhandeld, de tijdsregistratie van de medewerkers aangepakt, de werklocaties verbeterd, het sociaal passief uitgebouwd, … Veel structurele werken dus die een sterke ruggengraat geven en waardoor de organisatie nu goed voorbereid is op de toekomst en de belangrijke rol die ze nog te spelen heeft.
“Door goed voor een organisatie en haar medewerkers te zorgen, zorg je goed voor een sector en de kinderen en jongeren die op die sector rekenen.”
Ik denk dat dat iets is dat ik echt heb bijgebracht en heb proberen te vertalen. Ik denk dat dat gelukt is, als we kijken hoe Uit De Marge tijdens de coronacrisis er bleef staan en de sector kon blijven ondersteunen, dan zien we dat zelfs in een verschrikkelijke storm Uit De Marge grotendeels overeind gebleven is en bleef functioneren.
Belangrijk is dat ik de job als coördinator niet alleen gedaan heb. Vanaf de start waren Ikrame en ik altijd een duo, en zodra we onszelf als duo ontdekt hadden en de krachten optimaal konden bundelen, waren we een kracht waar men rekening mee moest houden.
“Alle successen die we tijdens de voorbije 4,5 jaar gehaald hebben, wil ik dan ook vooral delen. In eerste instantie met Ikrame, maar natuurlijk ook met het hele team dat er elke dag helemaal voor gaat.”
Tegelijkertijd heb ik ook zelf veel geleerd bij Uit De Marge; over de inhoud van het jeugdwelzijnswerk, met het belang van een sterk uitgebouwd deontologisch kader als opvallende uitschieter. Ook hoe het jeugdopbouwwerk een unieke plaats inneemt in het jeugdwerk, welzijnswerk en opbouwwerk en hoe het de noden en behoeften van kinderen en jongeren echt centraal stelt. Daarnaast heb ik ook veel bijgeleerd over racisme en diversiteit en is mijn blik op die thema’s radicaal veranderd. Door in het bad van Uit De Marge te stappen en te zien wat er in de sector gebeurt, kan het niet anders dan dat dat een grote impact heeft op je beleving van dat soort thema’s. Ik ben regelmatig goed door elkaar geschud van zaken die ik tegenkwam. Ik ben daar blij om, mijn blinde vlek over verschillende zaken in onze maatschappij is kleiner geworden.”
Wat waren hoogtepunten?
“De hoogtepunten zijn heel verschillend van aard, ik zou kunnen beginnen over een handdoekengevecht in de keuken tijdens de afwas op een jeugdopbouwwerktweedaagse of een late night-danssessie op de Oude Markt in Leuven na een lange vergaderdag, maar dat zijn misschien niet de dingen die je zoekt.
“De momenten waarop ik met het hele team samen was en de energie voelde die in de groep zat, zijn absolute hoogtepunten. Ik ben een mensenmens en in die groep samen tijd doorbrengen, deed me telkens deugd.”
Ik denk dat de twee beleidsnota’s waarvan ik de pen heb mogen voeren, zaken zijn waar ik echt trots op ben. Twee nota’s die de noden en behoeften van de sector en de organisatie met elkaar verbinden om Uit De Marge richting te geven in de volgende jaren. De eerste moest wat snel in elkaar gebokst worden, maar hij was geslaagd. Voor de tweede konden we ondanks corona een doorgedreven participatief proces voeren en als Uit De Marge de middelen krijgt om deze nota uit te voeren, dan staat de sector en de kinderen en jongeren in een maatschappelijk kwetsbare positie veel moois te wachten.
De fusie met CMGJ is een ander hoogtepunt. Die fusie verenigde het ondersteuningsaanbod voor het jeugdwelzijnswerk in Vlaanderen. Beide organisaties bundelden hun krachten en zoveel jaar later is één plus één zoveel meer dan twee geworden. Iets waar we oprecht trots op mogen zijn.
Ook de verbinding die we gemaakt hebben met de rest van het jeugdwerk koester ik. Uit De Marge heeft jaren nodig gehad om veel organisaties bewust te maken van de materie rond maatschappelijke kwetsbaarheid. Soms ging dat gepaard met het betere duw- en trekwerk. Dat was echt nodig om zaken in gang te zetten. Toen er steeds meer organisaties in beweging kwamen en echt een verschil wilden maken, kwam het erop aan hen de hand te reiken en samen op weg te gaan. Net op dat kantelmoment ben ik samen met Ikrame als coördinatorenduo bij Uit De Marge begonnen en konden we die transitie inzetten. Het Netwerk Antiracisme en -Discriminatie dat we samen met Chirojeugd Vlaanderen hebben geleid en waar heel wat organisaties bij betrokken zijn, is wat mij betreft daarvan een exponent.
Als laatste ben ik supertrots op het voorbije jaar. Wat uit De Marge voor de sector en voor kinderen en jongeren in een maatschappelijk kwetsbare positie, heeft kunnen betekenen is voor mij ongezien. Ons onderzoek haalde het nationale nieuws en zette de maatschappelijk kwetsbare posities van kinderen en jongeren in een nooit gezien spotlicht. Tot op vandaag heeft dat een grote impact op de erkenning dat de sector krijgt en de middelen die voorhanden zijn om aan de slag te gaan. Het is nu zaak om dat vast te houden. Bij de eerste lockdown heeft Uit De Marge ook een kader ontwikkeld dat jeugdwelzijnswerk mogelijk moet maken in alle stadia van een lockdown. Een minimumkader omdat het jeugdwelzijnswerk zo nodig is. Dat kader heeft standgehouden doorheen de hele periode en heeft stabiliteit geboden aan de doelgroep en de sector. Ik heb zelf veel bijgedragen aan dat kader en die regels en ben er dan ook echt trots op dat iets wat hier in mijn thuisbureau gegroeid is, zo een impact heeft gehad in een zeer bijzondere periode.
Het voorbije jaar heeft de sector ook enorm uitgedaagd om een antwoord te vinden op de grote noden en behoeften van de doelgroep. Het is knap om te zien hoe binnen het gegarandeerde minimumkader er zoveel van het werk overeind is gebleven. De inspanningen die de jeugdwerkers, de organisaties en Uit De Marge daarvoor hebben moeten leveren zijn immens, de effecten op de doelgroep en de maatschappij gelukkig ook. Ik geloof er echt in dat we als sector een groot verschil gemaakt hebben. Eens de crisis afgewend is en we terug verder kunnen, moeten we dat verschil proberen te benoemen en zichtbaar te maken. Daarnaast zullen we ook aandacht moeten hebben voor zij die zich helemaal dubbel geplooid hebben om er te blijven staan voor de kinderen en jongeren. Er zal een hersteltijd nodig zijn, dat lijkt me een zeer belangrijke uitdaging voor de rest van 2021.”
Op welke manier heb je het jeugdwelzijnswerk zien veranderen de voorbije jaren?
“Het jeugdwelzijnswerk is gelukkig altijd in beweging, antwoorden zoeken op een complex probleem als maatschappelijke kwetsbaarheid kan je immers niet vanuit stilstand. Het benoemen van die veranderingen is dus geen sinecure en zou ons heel ver kunnen leiden.
De belangrijkste verandering die ik zie is in de spelers die zich op het veld van het jeugdwelzijnswerk begeven.
“Steeds meer actoren zien de uitdagingen die er op dat veld liggen en willen een rol spelen om de positie van kinderen en jongeren in een maatschappelijk kwetsbare positie te versterken.”
Zo zetten welzijnsorganisaties jeugdopbouwwerk op, nemen lokale besturen zelf jeugdwelzijnswerkers in dienst en ontstaan er zelfs bij de politie ideeën om met vertrouwenspersonen aan de slag te gaan. Dat alles is goed als het in de juiste context en binnen de juiste voorwaarden gebeurt. We moeten er als samenleving over blijven waken dat we de noden en behoeftes van kinderen en jongeren in kwetsbare situaties te allen tijde centraal zetten en steeds vanuit de doelgroep vertrekken. Op die manier proberen we de maatschappij en de instituten die daarbinnen spelen, te veranderen. Ik geloof er alvast sterk in dat Uit De Marge dat zal blijven bewaken.”
Je wordt directeur bij Formaat, wat sprak je aan in deze functie?
“Binnen de directie van Formaat zijn we met drie die deze rol zullen uitvoeren, waarbij HR en Financiën normaal bij mij terecht zullen komen. Wat de rest brengt wordt in de eerste maanden bekeken.
Formaat is een organisatie die al enige tijd haar focus breder heeft gelegd dan het klassieke jeugdhuiswerk dat we kennen. Recent werd dat uitgewerkt binnen het kader van open jeugdwerk, een kader waarin ik geloof en dat ik verder wil uitbouwen. Ik kom zelf uit het jeugdhuiswerk en was jarenlang bestuurder van jeugdcentrum Ahoy in Wijnegem. Ik deed mijn laatstejaarsstage bij Formaat en kon er aan de slag.
Tijdens de voorbije tien jaar, de tijd dat ik reeds bij Formaat weg ben, ben ik actief gebleven als vrijwilliger. Ik begeleidde er vormingen, deed procesbegeleidingen en was actief als bestuurder van de Europese Federatie van Jeugdhuizen. Ik keer dus als het ware terug naar huis en dat is ook echt hoe het voelt, thuiskomen.”
Wat zijn je ambities nog?
“Ik probeer in hoofdzaak nu te leven en nu gelukkig te zijn. Ik behoed me dus voor grote dromen, maar ik ben zeker ambitieus.
Citius, Altius, Fortius of sneller, hoger, sterker is het olympische motto, iets dat ik opgepikt heb bij Sporta. Het definieert wel mijn drang om steeds beter te worden en dingen beter te maken. Daarnaast draag ik verbondenheid hoog in het vaandel, samen zijn we sterker. Ik geloof er dan ook in dat het jeugdwerk nog meer met elkaar in verbinding moet gaan om sterker te worden. Zo kan het fantastische platform dat er momenteel is om de vrije tijd van kinderen en jongeren vorm te geven, blijven bestaan. Het jeugdwerk in Vlaanderen is uniek in de wereld en daar moeten we met zijn allen trots op zijn en samen aan verder bouwen. Die verbondenheid, daar wil ik in elk geval steeds aan bijdragen.
Op persoonlijk vlak hoop ik in juli een ultramarathon te lopen in IJsland. Ik doe dat voor mezelf, maar ook voor het goede doel en ik hoop dus veel geld in te zamelen voor de Stichting tegen Kanker die me na aan het hart ligt. Fingers crossed dat ik er geraak, dat ik kan blijven trainen en dan ook nog eens de finish haal!”
We willen Stijn ontzettend bedanken en wensen hem alle succes!